Huischoreografen

In dit kunstenplan werken wij met twee huischoreografen, Ryan Djojokarso (1983) en Anne Suurendonk (1988), die samen met Wies Bloemen en onder haar artistiek leiderschap het programma van AYA gaan vormgeven. Een nieuwe generatie die deze kunstenplan periode 2021-2024 spannende producties maakt.

Het is een goed moment voor uitwisseling tussen een nieuwe generatie en de dertig jaar ervaring die Bloemen meebrengt. “Ik verheug me erop om met hen samen te werken en het programma nog gevarieerder te maken”, aldus Wies Bloemen. “Ze kunnen AYA voeden met andere verhalen en fascinaties. Het is een mooie gedachte dat zij gebruik kunnen maken van AYA’s netwerk en kennis. Ryan heeft de afgelopen jaren verschillende voorstellingen gemaakt voor kinderen. Ik herken in hem de drang om dans te maken met een verhaal; dans die je raakt, voorbij een esthetische beleving. Zijn vermogen om meerdere theatrale disciplines in te zetten is sterk en hij zoekt naar andere verhalen en ingangen voorbij de westerse canon. Anne is een choreograaf die echt een nieuwe danstaal heeft ontwikkeld. Dat komt niet zo vaak voor. De combinatie van aspecten uit de urban cultuur en de hedendaagse dans gaan een bijzondere fusie aan. Ook zij wil in de eerste plaats dat dans een emotie communiceert, ook de minder fijne, zoals angst, verdriet, woede. Met haar gebruik van hedendaagse elektronische muziek en stevige beats heeft ze een danstaal ontwikkeld die jongeren aanspreekt.”

De huischoreograaf Ryan Djojokarso is als danser opgeleid aan Codarts en heeft zich ontwikkeld als een veelzijdig maker. Hij ontving in 2017 de BNG Bank Dansprijs voor veelbelovende choreograaf en werd genomineerd voor de prijs van de Nederlandse Dansdagen Jong Publiek. Hij was aan Korzo verbonden binnen de Nieuwe Makersregeling en maakte de grotezaalproductie Libi in samenwerking met het Scapino Ballet en Zuiderstrandtheater. Eerdere jeugdvoorstellingen van hem zijn Tanz ist auch Sport (12+), Jij bent ‘m (6+) en Wie niet weg is, is gezien (6+).

Ryans fascinaties: “De verhalen die ik wil vertellen komen voort uit vrij persoonlijke, soms autobiografische ervaringen. Ik ben geboeid door menselijke gedragingen en hoe we ons vaak willen verschuilen. Achter spullen, achter anderen, achter verwachtingen. Is het menselijk gedrag? Is het bijna dierlijk? De bewegingen en het gedrag van dieren gebruik ik ook als inspiratie voor dansmateriaal. Net zoals de speelse elementen uit sport en spel. Ik vind het belangrijk dat kinderen kennismaken met dans en voorstellingen. Ze moeten veel meer gaan zien en de magie van het theater ervaren. Iets wat ikzelf in mijn jeugd in Suriname heb gemist. De eerlijkheid en fantasie van kinderen vind ik verrijkend. En ik vind het belangrijk om humor in te zetten als wapen om lastige thema’s aan te kaarten.”

Anne Suurendonk heeft al jarenlang een sterke band met AYA. Na haar AHK-dansopleiding staat ze in verschillende AYA-jongerenvoorstellingen. Haar talent en liefde voor choreografie blijken al snel. Ze was als choreograaf verbonden aan producties zoals Hart (2011), Guerrilla (2017) en I call my brothers (2018). In 2020 maakt ze Bloedband bij AYA met dansende broers en zussen en muzikant/componist Tom van Wee. Ze heeft veel affiniteit met de urban scene, in zowel dans als muziek. Haar academische achtergrond en urban inspiratie versmelten tot een organische danstaal. Ze wil dans en (elektronische) muziek optimaal integreren. Suurendonk werkt als docent aan de AHK en Codarts en ook bij DOX met jonge talenten. In 2019 werd ze genomineerd voor de prijs van de Nederlandse Dansdagen Jong Publiek.

Annes fascinaties: “Ik zoom in op het leven, op onze relaties, op hoe we ons voelen. Mensen willen vaak alleen de pracht en praal, maar ik geloof heel erg in de kracht van kwetsbaarheid. Dat brengt ons dichter bij elkaar. Iedere vorm van ‘poespas’ of ‘mooidoenerij’ vermijd ik. Wat overblijft is fysieke overgave; opvretend en uitspugend en explosief. Je volledig geven aan iets raakt me, en het vertrouwen dat je daarvoor nodig hebt. Ik vind het belangrijk om jongeren de schoonheid te laten zien van menselijke connecties. Dat ze niet alleen op de wereld zijn. En dat ze zich aangesproken voelen of zichzelf herkennen in wat ze zien.”